top of page

Een kunstwerk van den Aldi

Koen Vanmechelen

Screenshot: Koen Vanmechelen met zijn litho 'Giant of Hope' die bij Aldi te koop was.

Vele kleintjes maken één grote. Dat zou op kunnen gaan voor de stunt van de Aldi en Koen Vanmechelen met de uitgave van de litho met de naam ‘Giant of hope’ aan de meer dan democratische prijs van 24,99€. Een oplage van tienduizend afdrukken van een tekening. Het werk werd ingekaderd verkocht waardoor het eigenlijk werd weggegeven want een kader kost minimaal evenveel en dan moet je het werk nog zelf inkaderen.

Hij verwierf bekendheid met zijn op eugenetica gebaseerd project Cosmopolitan Chicken. Die kippen staan voor de cosmopolitische mens, samengesteld uit verschillende rassen. Nu is er het project Labiomista. Dat is een vierentwintig hectaren groot park met (ook levende) kunstwerken, een atelier en blijkbaar ook de oude dierentuin van Zolder. Dan denk ik aan reconversie en toerisme. ‘Universele onderwerpen als diversiteit en mensenrechten zijn er tastbaar en bespreekbaar dankzij de taal van de kunst’ (Museumpas). Om het nog meliger te maken: de opbrengst van de Aldi verkoop gaat naar goede doelen waaronder een project in Zimbabwe ‘The Future Of Hope Foundation’, opgericht door zijn vrouw Chido Govera en dat tijdens de warmste week.

De massa

Maar het gaat me om het werk van de Aldi. Het gevoel dat kunst deel uitmaakt van de echte leefwereld van mensen, een supermarkt, speelt een rol in het succes van de uitgave van Vanmechelen. De litho waarvoor gevochten werd, werd uitgebracht op grote schaal (tienduizend dus). Het verruimt het begrip limited editie en staat voor ‘de massa’.

 

De stormloop wijst meer op het grijpen van de kans dan op liefhebbers van kunst. Direct waren er exemplaren te koop tot twintigmaal de prijs. Voor dat geld zijn kleine oplagen van hoge kwaliteit te koop in bijvoorbeeld musea. Maar hoeveel zullen er daarvoor geïnteresseerd zijn? Vanmechelen maakte ook een landschapwerk voor Flanders Field met zeshonderdduizend kleine klei sculpturen.Ook toen sleepten sommigen er meerdere tot tientallen gratis naar huis. Nadien werden er exemplaren in afvalcontainers gevonden. Zulke werken geven wel aanleiding tot gesprekken in de huiskamers.

Het aura van Walter Benjamin

Ergens zit in de combinatie Supermarkt – Kunst een ontkenning van het kunstwerk zoals het bedoeld was: een artefact dat oorspronkelijk deel uitmaakte van een cultus, een ritueel. Sporen daarvan zijn nog terug te vinden in de vraag naar originele en unieke kunstwerken. Omdat eigendom en overlevering nog naar een plaats verwijzen en daardoor tradities vormen. Bij cultussen bevinden de bijhorende artefacten zich het grootste deel van de tijd in het verborgene en gewoonlijk worden ze slechts sporadisch getoond. Doet denken aan de kluizen waarin de duurste werken zich nu bevinden of aan privécollecties. Een reproductie mist die eigenschap. Ze mist ‘aura’ zoals Walter Benjamin aangaf. De aard ervan, reproduceerbaarheid, maakt dat ze zich overal en nergens bevindt en, theoretisch, in oneindige hoeveelheden. Denk maar aan boeken, foto’s en films.

 

Het eerste zelfstandig mechanisch reproductiemiddel, de fotografie,  versnelde rond 1860 de breuk met het verleden, samen met de industrialisatie en het socialisme. Fotografische illustraties namen steeds meer plaats in bij publicaties en werden algemeen. De kloof met tradities werd groter. In plaats van onderwerpen te illustreren werden de kunsten zelf een modernistische theologie. Kunst om de kunst ontstond. Het begrip ‘kritiek’ kenmerkte de autonomie ervan. Ze was niet langer een aanhangsel of uitdrukking van tradities meer.

De tentoonstellingswaarde

Onze omgang met artefacten uit andere culturen gaf duidelijk aan waarop de nadruk kwam te liggen. De eraan verbonden cultus was meestal gekend maar de tentoonstellingswaarde maakte ze belangrijker. Er moest immers een aanzienlijk  publiek bereikt worden. Ook verklaart het deels de weerstand van heel wat huidige museumdirecteurs en curators tegen klassieke museumgebouwen. Die bezitten immers ook hun eigen aura’s welke in conflict kunnen staan met getoonde thema’s als dekolonisatie en diversiteit. Dit in tegenstelling tot flexibele, meer kneedbare ruimtes.

 

Religies hadden altijd al nood aan artefacten om zich te verspreiden. De islam onderscheidt zich omdat er geen afbeeldingen mogen gebruikt worden, enkel koranverzen. Daar wordt streng op toe gezien en dat verklaart mede het starre, onwrikbare karakter.

 

Vele kleintjes maken één grote gaat dus ook op voor de ontwikkeling van een maatschappij, al is dat van een andere orde dan het kunstwerk van den Aldi. Bij die verkoop kan het niet echt zelf kiezen een rol gespeeld  hebben. Door de hoeveelheid die verkocht werd, sloot men zich aan bij een smaak die  door velen goedgekeurd werd. Bovendien waren het vooral Aldi bezoekers waardoor er warempel een verwantschap ontstond. Het heeft iets van cultusvorming.

 

15 december 2024

Peter Proost

bottom of page