Een invloedrijk misverstand
Het Fotomuseum (FOMU) in Antwerpen.
Musea beinvloeden de maatschappelijke veranderingen. Ze zijn medespelers en een gids is niet overbodig om de omgeving te verduidelijk. Spelen de uitgezonden signalen adekwaat in op de tijdgeest en ligt daar het belang van deze humanistische instellingen? En dan vooral van de kunstcollecties met als speerpunt de hedendaagse kunst. Ziehier een overzicht van de voorstellen om musea relevant te houden.
Publieke en privé instellingen zonder een collectie tot en met collecties van een klein miljoen objecten die een tijd overspannen van vijftigduizend jaar (Musée d’art et d’histoire, Genève) zoeken hun plaats waardoor het onderscheid tussen kunstcentrum, kunsthal en gallerij vervaagt.
Er zijn met regelmaat museumconferenties. De opgeworpen ideeën leiden tot een globaal speelveld waarvan de belijning steeds politiek-correct is. Het aantrekken van bezoekers en ermee geconnecteerd blijven is, ook financieel, essentieel. Biënnales en kunstbeurzen creëren een eigen publiek dat met discount vlieg-treintickets de schil van de aarde verkent. Vergelijk het met muziekfestivals.
Musea noemen zich verbindingspunten tussen creators en het publiek. Dat geldt voor alle kunst die er getoond wordt. Ze rekenen het tot hun plicht om daarmee te experimenteren in overeenstemming met de tijdsgeest. Stilstaan is achteruitgang. Digitale technologie komt zo op het voorplan. We kennen de immersive projecties van kunstwerken van Gustaf Klimt en Vincent Van Gogh. De BBC experimenteerde bijvoorbeeld in dat verband enkele jaren terug met het opentrekken van hun archief. Een deel dat niet erg vatbaar is voor auteursrechten kwam achttien maanden ter beschikking voor kunstzinnige gebruikers.
Alice in wonderland
Nog een voorbeeld is een collage van alle filmische bewerkingen van Alice In Wonderland sinds 1903. Dankzij een digitaal projectiecircuit kom je terecht in kunstzinnig bewerkte scènes uit het verhaal. Daarmee krijgt gerecupereerd materiaal terug relevantie en aandacht. Een veel eenvoudigere toepassing zag ik in het KMSKA waar een ruime zaal voortdurend veranderde door een digitaal gordijn over de muren te schuiven. Mooi, fascinerend en verteerbaar. Zo verlaat je het museum met een licht gemoed. Onderdompeling is een belevenis en het hedendaagse publiek stelt dat op prijs.
Verhalen vertellen lijkt de nieuwste (en de oudste ) trend want het is zowat de meest toegankelijke vorm. Kunstenaars worden ertoe aangemoedigd met nieuwe technologie. Uitgetest en voorzien van nieuwe invalshoeken vormen deze vaak geslaagde experimenten dan samen met meer traditionele kunst de museale ervaring. Voor de ontvangst dienen hotellobby’s en winkelcentra als richtsnoer om mensen op hun gemak te stellen en van informatie te voorzien. Dat is handig om het vermaledijde elitaire karakter uit het museum te bannen.
​
Musea hebben erg uiteenlopende bronnen van inkomsten. Het Van Gogh museum in Amsterdam heeft 13% publieke subsidies, de rest komt uit eigen inkomsten. Het is een uitzondering. Meestal ligt het percentage andersom of zijn het privé-initiatieven, zoals The Phoebus Fondation van Fernand Huts.
Nieuwe ideeën zoals werken met tentoonstellingen in afleveringen, geïnspireerd door Netflix, liggen binnen de mogelijkheden. Iconen als Van Gogh, Munch, Picasso, Magritte zijn magneten, net als de oude meesters en de nieuwste sterren. Magneten die heel wat noodzakelijke inkomsten genereren.
Het Konklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA).
Witte lelies met een hoge wisselvallige moraal
Eetgelegenheden en shops in het museum zorgen voor sfeer. De woke onderbouw eist zuiverheid van sponsorende bedrijven. Zijn ze wel maagdelijk genoeg voor de witte lelies met een hoge wisselvallige moraal? Dat maakt het steeds moeilijker om commerciële partners te vinden..
Of musea in de huidige vorm kunnen voldoen aan de hedendaagse eisen zonder hun eigenheid te verliezen is de vraag. Zijn het dan nog musea? Neutraliteit is er niet omdat we vanuit onze tijd naar de historische stukken kijken en de objecten omgekeerd hun tijd toegankelijk maken. Musea zitten op dat snijpunt en dienen het te verklaren. Kwaliteit kan een basis zijn om begrip en inclusie te bevorderen zonder de woke toer op te gaan. Iedereen herkent en respecteert immers kwaliteit, ook bij hedendaagse kunst die binnen haar eigen tijd opereert.
Historische gebouwen
Het misprijzen voor de klassieke museumgebouwen is er omwille van de uitstraling. Ze staan voor staatsmacht. Toch denk ik dat het in de nabije toekomst om zal slaan in respect, net als bij andere historische gebouwen. Het verbaast me die mogelijkheid nergens tegen te komen. Veel museumdirecteurs zien eerder kleinere eenheden met een digitale omkadering. Kwestie van democratische verhoudingen. Ze spreken over het oude af te stoten en opnieuw te beginnen om de nieuwe werkelijkheid meer kansen te geven. Net als ooit de kerken, abdijen en kathedralen liggen deze klassieke seculiere instellingen nu zelf onder vuur omdat ze niet passen in het narratief. De lucide maar activistische uitleg van de curatoren en directeurs, soms gematigd, soms vasthoudend, klinkt als een invloedrijk misverstand.
4 november 2024
Peter Proost